Tijdens de nieuwjaarsfeesten - in de koudste en donkerste periode van het jaar - werden papierknipsels op muren en in raam- en deuropeningen opgehangen en op lantaarns geplakt om het voorjaar te verwelkomen, en om het interieur op te vrolijken. Ze waren ook bedoeld om boze geesten weg te houden.
De papierknipsels hadden vaak de vorm van symbolen die hoop en geloof van de samenleving op het platteland weerspiegelden: voorspoed, overvloedige oogst, vruchtbaarheid, de wens om zonen te baren, gezondheid en een lang leven. Zoals perziken die verwijzen naar onsterfelijkheid, of granaatappels die symbool staan voor vruchtbaarheid.