Misschien ken je ze wel: de Japanse Boeddha’s van Wereldmuseum Leiden. Veel bezoekers komen er speciaal voor; even een moment van rust, zittend tegenover deze indrukwekkende beelden in de beroemde Boeddhazaal. Over deze Boeddha’s is veel bekend. De zittende Amida Boeddha, Boeddha van het Westen, de ondergaande zon en het hiernamaals, werd in 1883 gekocht op De Grote Koninklijke Bazaar in Den Haag. Later dat jaar kocht het museum de andere beelden op de Koloniale Handelstentoonstelling in Amsterdam: Yakushi Nyorai, geneesheer-Boeddha, Shaka, historische Boeddha, en twee Dainichi Nyorai (Zonne-Boeddha’s).
De verhalen van bijna 450.000 voorwerpen
Het Nationaal Museum van Wereldculturen en het Wereldmuseum zijn samen goed voor bijna 450.000 voorwerpen, met stuk voor stuk een eigen verhaal. Van sommige objecten weten we heel veel; hoe ze in onze collectie zijn terechtgekomen, wie ze gemaakt heeft en wat de oorspronkelijke functie was. Voor andere voorwerpen geldt dat de herkomst nog nader onderzocht wordt. Dit onderzoek is naast het laten zien van onze voorwerpen, één van de belangrijkste taken van onze musea. En dat doen we continu.
De beroemde Boeddhazaal
In alle soorten en maten
Het zal je niet verbazen dat onze collectie nog honderden andere Boeddha’s telt. Heel lang geleden of juist recent aangekocht, afkomstig uit verschillende gebieden, levensgroot, minuscuul klein, gemaakt van hele diverse materialen. Onderzoek naar de oorsprong hiervan wordt niet alleen door onze eigen medewerkers gedaan. Onlangs heeft een groep Japanse onderzoekers ruim 400 bronzen Boeddhabeelden uit onze collectie en die van het Rijksmuseum bestudeerd. Het betrof hier specifiek onderzoek naar de chemische samenstelling van oude Javaanse bronzen voorwerpen uit de periode 700-1500.
Hoe gaan ze te werk?
Het projectteam van de boeddhistische Koyasan University in Japan en Museum Nasional in Jakarta onderzoekt de verspreiding van het boeddhisme vanuit India via zeeroutes. Kunsthistorici leiden de plaats van herkomst en datering van voorwerpen vaak af uit stijlkenmerken, stijlontwikkeling, lokale variaties en trends. Maar bij dit soort bronzen zijn er weinig tot geen stilistische veranderingen. Waarschijnlijk omdat eeuwenlang dezelfde types werden gegoten. Om toch te kunnen herleiden welke bronzen uit dezelfde werkplaats afkomstig zijn, wordt de chemische samenstelling van het brons gemeten.
Brons wordt gemaakt door verschillende metalen te smelten, vooral koper en tin. Iedere bronsgieterij gebruikte een andere samenstelling. Deze eeuwenoude kleine voorwerpen uit Java bleven bewaard omdat ze gemakkelijk mee op reis genomen konden worden en omdat brons niet vergaat. Waarschijnlijk hadden ze een gele koperkleur maar kregen door de eeuwen heen een patina.
Een lange reis
Maar hoe kwamen die bronzen voorwerpen op Java? Java is arm aan metalen: koper en tin, de hoofdbestanddelen van brons, zijn er schaars. Er is niet zo heel veel bekend over bronzen uit de Klassieke Javaanse periode. De Boeddha- en andere godenbeeldjes lijken stilistisch heel veel op even oude beeldjes uit India. Ze komen dan ook uit India. Via de zeehandel reisden ze mee naar Indonesië.