Veel martial arts zijn verbonden met religie, spiritualiteit en filosofie. In Azië zijn boeddhisme, taoïsme en hindoeïsme wezenlijk onderdeel van eeuwenoude vechtkunsten. Fysieke training kan leiden tot spirituele verheffing, en het trainen van de geest maakt de strijder beter.
Een bijzonder voorbeeld daarvan is kalaripayattu, de eeuwenoude martial art uit het zuidwesten van India. In de tentoonstelling zie je een opstelling van hindoeïstische godenbeelden. De beoefenaars van kalaripayattu doen een groet aan elk van de goden voordat de training begint. Ganesha, zoon van Shiva en Parvati, is eerst. Deze bekende god met de olifantenkop neemt obstakels weg en ondersteunt mensen die aan iets nieuws beginnen.