Deze plantage was vroeger eigendom van Unilever, dat het land inpikte en de arbeiders uitbuitte. De leden van de CATPC proberen hun leven te dekoloniseren. Zij kiezen hiervoor de vorm van een coöperatie: de gemeenschap produceert kunst en combineert landbouw met bosbouw. Ze maken, verkopen en exposeren kunst over hun situatie om geld te verdienen, waarmee zij stukken land terugkopen. Zij noemen hun land een ‘post-plantage’. Zij organiseren hier voorstellingen in hun White Cube-museum.
Kunstenaarsvereniging van Congolese Plantagearbeiders (CATPC)
De Cercle d’Art des Travailleurs de Plantation Congolaise (CATPC) is een kunstenaarscollectief dat in 2014 is opgericht door arbeiders op een voormalige palmolieplantage in Lusanga, Congo.
Untitled, 2018
Deze tekening schetst het alternatieve investeringsmodel van CATPC in prachtig detail: Een gigantische camera legt een CATPC-sculptuur vast, gemaakt van lokale klei. De digitale bestanden worden naar Amsterdam gezonden en 3D geprint met materialen van de plantage: palmvet, cacao en suiker. Het beeld wordt tentoongesteld of verkocht, en het geld vloeit terug naar de kunstenaars. Dit werk laat ook zien hoe de cacao-industrie in Congo functioneert: het geld dat met cacao/chocolade wordt verdiend geld gaat via de internationale markt naar banken in Europa en Azië. De plantagearbeiders delen niet in de winst.
Afbeelding: met dank aan de kunstenaar en Galerie Fons Welters
White Cube Lusanga (study), 2020
Elke zijde van het beeld presenteert een fase in de geschiedenis van Lusanga en het kunstproject van de ‘post-plantage’. Links zien we de gewelddadige, vervuilende palmolieontginning. Op de achtergrond de verwoesting die deze achterliet: ontbossing, door monocultuur uitgedroogde grond, armoede en hongersnood. Dan begint het CATPC-initiatief: de productie van kunst en het herstel van het land. Bovenaan staan beelden die tijdens de koloniale periode zijn geroofd en worden bewaard in musea op het noordelijk halfrond.