
In zijn woning in het Belgische Gistel wijst Baeten op een smalle oorlogskano met een gesneden krokodillenkop. Het is slechts één van de bijna 500 objecten die hij door de jaren heen verzamelde tijdens zijn vele reizen naar onder meer Papoea-Nieuw-Guinea, Vanuatu en de Salomonseilanden. Trommels, sculpturen, huisdecoraties – elk object vertelt een verhaal. “De collectie uit elkaar halen zou pijnlijk zijn,” zegt hij. “Daarom wilde ik dat ze samenblijft.”
Onderhandelen met de chief
Sommige objecten kwamen pas na lange onderhandelingen in zijn bezit. Zoals de ‘moederdrum’, een groot en zeldzaam exemplaar dat hij pas jaren na zijn eerste ontmoeting kon kopen. “De kleine drums mochten in principe allemaal verkocht worden. Maar voor de moederdrum moest ik eerst het vertrouwen winnen van de gemeenschap.” De verkoop werd uiteindelijk ceremonieel voltrokken, waarna de drum door meerdere mannen werd gedragen en via zee naar Europa vertrok.