
Deze plantage was vroeger eigendom van Unilever, dat het land inpikte en de arbeiders uitbuitte. De leden van de CATPC proberen hun leven te dekoloniseren. Zij kiezen hiervoor de vorm van een coöperatie: de gemeenschap produceert kunst en combineert landbouw met bosbouw. Ze maken, verkopen en exposeren kunst over hun situatie om geld te verdienen, waarmee zij stukken land terugkopen. Zij noemen hun land een ‘post-plantage’. Zij organiseren hier voorstellingen in hun White Cube-museum.